In de 21e eeuw, waarin we over meer informatievoorzieningen zijn gaan beschikken dan ons lief zijn, kunnen we veilig stellen dat de overkill voor meer verwarring heeft gezorgd dan we ons ooit hadden kunnen voorstellen. Dankzij de aanwezigheid van Youtube, Google en Social Media veranderde de Nederlandse bevolking binnen enkele maanden tijd van virologen in rechercheurs, bondscoaches en zelfs oorlogsdeskundigen. Hetzelfde kon natuurlijk niet uitblijven voor de martial arts. Bibliotheken en encyclopedieën met traceerbare academische bronnen werden ingeruild voor het excentrieke TikTok en Youtube waarbij ‘veel volgers en likes’ een belangrijkere rol gingen spelen dan de intrinsieke drang naar vergaring van degelijke kennis. De holle vaten klinken er het hardst, maar waar ging het zo mis dat de mensheid besloot om daar voortaan naar te luisteren?
Door de jaren heen zijn er hierdoor al heel wat verwarrende namen de revue gepasseerd zoals ‘zelfverdedigingssporten’, ‘budosporten’ en ‘mixed martial arts’. Alle drie hartstikke foutieve termen. Met dit schrijven hoop ik een duidelijk en helder beeld weer te geven van de originele en correcte terminologie.
BUDO
Het Japanse koppelwerkwoord ‘budo’ is absoluut géén verzamelnaam voor vechtsporten zoals vaak in sportscholen wordt beweerd. “Bu” betekent in het Japans ‘krijgs’ of ‘oorlog’ en ‘Do’ betekent ‘weg’. Kortom: De weg van oorlogsvoering. Koppel hier foutief het woord ‘sport’ achter en je beweert dus dat oorlog een sport is. Ik denk dat de bevolking van de Oekraïne daar momenteel toch echt anders over denkt. De kreet budosporten is dus foutief!
Het woord ‘budo’ staat in nauw verband met de term ‘bushido’. Het woord ‘bushi’ betekent ‘krijger’, ofwel een man van de oorlogsvoering zoals een ridder of militair. De term ‘do’ in deze context dient dan ook gelezen te worden als ‘ethische levensweg’. In de 17e eeuw werd er een boek geschreven genaamd ‘Hagakure’ (verborgen onder bladeren) door Yamamoto Tsunetomo. Het boek beschreef de ethische leefregels van de Japanse samoeraikrijgers. Ook de koreaanse hwarang-krijgers en de Europese ridders kenden soortgelijke geschriften. De morele aspecten werden opgesteld om de krijgers alert te houden en te doen beseffen dat het nemen van een mensenleven een serieuze zaak is. Na de oorlogen, in tijden van vrede, wisten de vaak getraumatiseerde krijgers als geen ander hoe belangrijk het was om de vrede en goede moraal te handhaven en te verdedigen. De meesten van ons hebben nog wel een opa of oom gekend die in een oorlog had gevochten. Zij gedroegen zich allemaal nederig* in plaats van als onnozele machos, zoals in de achterlijke beeldvorming van Hollywoodfilms vaak het geval is. De hierboven vermelde termen zijn dus in geen enkel geval van toepassing op de vechtsporten!
*Veel ouderen vochten nog in de oorlog in Nederlands-Indië waar men de ilmu-padi filosofie hanteert. Deze luidt: “Volle rijstplanten buigen vanzelf terwijl lege rechtop blijven staan”. Vrij vertaald: Zij die weten tonen begrip en nederigheid (lees: gelijkwaardigheid, niet verwarren met onderdanigheid). Enkel een leeghoofd laat zijn trots, ego en hoogmoed prevaleren boven de belangen van anderen.
MARTIAL ARTS
Het Engelse koppelwerkwoord “Martial Arts” staat voor ‘krijgskunsten’. ‘Mart’ komt van ‘Mars’, de Romeinse God van de oorlog. En zo verbasterde marsial arts (oorlogskunsten) in martial arts, evenals dat de term ‘marshal law’ in het Engels voor ‘krijgsraad’ staat. Kortom, martial arts staat voor oorlogskunsten ofwel krijgskunsten. De termen ‘budo’ en ‘martial arts’ liggen dus geheel in dezelfde lijn. In het westen gebruikt men tegenwoordig ook wel de term ‘combatstijlen’ om naar moderne westerse krijgskunsten te verwijzen.
Wanneer men martial arts in Chinese karakters schrijft dan ziet men de ware betekenis. Het koppelwerkwoord is namelijk samengesteld uit de twee kanji ‘speer’ en ‘stoppen’, ofwel ‘het stoppen van een speer’ (lees: stoppen van een aanval). Men spreekt dus pas van een martial art wanneer de vechtkunst ooit werd gebruikt voor massale gevechten die op leven en dood plaatsvonden tussen clans, dorpen en/of legers.
Veel martial arts onderdelen zijn tegenwoordig opgesplitst terwijl deze in vroegere tijden als een totaalpakketje werden beoefend. Dit is ontstaan toen krijgskunstscholen ten tijde van vrede hun specialisme begonnen te verkopen om zich te onderscheiden van hun concurrenten. Maar de martial arts waren dus van origine logischerwijs heel compleet! Het omvatte een militaire opleiding in wapengebruik, ongewapende staande gevechten met trappen en stoten, controletechnieken met klemmen en grepen, grondgevechten, vechten in water en op stijle berghellingen, mentale voorbereidingen (meditatie), paardrijden, zwemmen, EHBO, filosofie en religie. Alles wat er voor nodig was om te overleven en de leefgemeenschap te beschermen. Het ‘mixen’/uitwisselen van martial arts technieken met die van bevriende krijgsstammen of legers was daarbij een noodzakelijk fenomeen en dus geen ‘nieuwe hype’.
VECHTSPORT
Het tweede woord in dit koppelwerkwoord zegt eigenlijk alles. Een sport beoefent men in competitieverband, recreatief voor het plezier en om de gezondheid van de beoefenaars te bevorderen. Men maakt gebruik van een puntensysteem, scheidsrechters, een veilige sportomgeving (matten, ring, octagon), een jury en coaches die de wedstrijd stil kunnen leggen. Ook zijn er sportartsen en EHBO-ers bij aanwezig. De martial arts (of budo) zijn dus totaal niet gelieerd aan de vechtsporten. Het enige dat deze twee gemeen hebben is dat de vechtsporten hun technieken hebben ontleend aan de martial arts. De technieken die in vroegere tijden gebruikt werden om direct ernstige schade of de dood mee te veroorzaken werden gemodificeerd tot veilige, sportieve technieken die in combinatie met strenge regelgeving en verplichte beschermers zorgden voor de acceptabele competitievormen zoals we die nu kennen.
Daar waar in de martial arts primair(!) gebruik werd gemaakt van dodelijke wapens, zodat een op-leven-en-dood gevecht zo snel mogelijk kon worden beëindigd, is daar bij vechtsporten nooit sprake van. Zo is een sport als Braziliaans Jujutsu (BJJ), hartstikke mooi om te aanschouwen en kan deze in specifieke situaties zeker ter verdediging worden aangewend (denk aan bijvoorbeeld een beveiliger in een psychiatrische kliniek). Maar BJJ heeft een fiks aantal beperkingen in een straatgevecht omdat men alle vier de ledematen tegelijk op één tegenstander moet inzetten. Het is nagenoeg onmogelijk om met meerdere belagers tegelijk te worstelen, dat terwijl straatgevechten zelden één op één plaatsvinden. De voorkeur voor de grond maakt de BJJ-beoefenaar ongelooflijk kwetsbaar voor messteken, op de grond liggende glasscherven, bijtende honden en/of gewelddadige interventies van geëmotioneerde familieleden of omstanders. Sportiviteit en straatgeweld gaan niet zo goed samen.
Nu zullen sommige vechtsporters zich mogelijk wat aangevallen voelen en denken ‘maar ik kan ook een mes, een stalen pijp of fietsketting pakken’, maar wie een meester in eskrima, silat of kobudo met een mes, een stok of een broekriem (nunchaku) aan de slag ziet, beseft al snel dat enige hoop op kans van slagen direct naar een nulpunt is gedaald.
MIXED MARTIAL ARTS
De term ‘Mixed Martial Arts’ is dus een ongekend slecht gekozen naam aangezien het hier overduidelijk om een vechtsport gaat die geen enkele relatie met een krijgsgeschiedenis heeft. Ook wordt er primair of secundair geen gebruik gemaakt van wapens. MFS, ofwel Mixed Fighting Sports zou dus een veel correctere benaming zijn geweest. Daar waar termen als budo en bushido diep verankerd zitten in de Japanse cultuur, vormt de westerse MMA scene ook een tegenpool van alles wat men in Azië onder de noemer martial arts verstaat.
Beoefenaars van MMA voorzien zichzelf niet zelden van veel tatoeages (voor Japanners een symbool van yakuza, ofwel gangsters), uiten bedreigingen tijdens de stare-down en slaan geheel onder het bloed zittend na een knock out door op hun bewusteloze tegenstander. Iets dat door de Japanners (maar ook veel niet-Japanners) als ongehoord, onverantwoord, onhygiënisch en respectloos wordt beschouwd. Ook nemen jeugdige, beïnvloedbare kijkers dit slechte voorbeeld(!) over als ‘een voorbeeld van hoe het moet’, denk daarbij aan de vele kopschoppers op straat. Het hoge machogehalte van het westerse publiek hoeft in Japan, een land vol ethiek, normen en waarden, dan ook niet op enig begrip te rekenen. MMA wedstrijden worden er doorgaans dan ook georganiseerd door yakuza.
Eigenschappen van hoffelijkheid, netheid en vriendelijkheid worden in Azië als een effectieve, primaire vorm van geweldpreventie gezien. Conflicten worden sneller voorkomen of opgelost met een glimlach dan met een te groot ego, gespierde taal en boze (stoere?) blikken. Ik denk dat men geen Aziaat hoeft te zijn om het daar mee eens te zijn. Feit is dat je de mentaliteit waarin je jezelf conditioneert, meeneemt in je dagelijkse leven, naar de straat. In die zin kan het aanleren van een verkeerde mentaliteit en houding dus sneller leiden tot meer gewelddadige conflicten.
ZELFVERDEDIGING
Dit koppelwerkwoord heeft weinig uitleg nodig. Een specifieke vertakking waarin helaas veel leraren te vinden zijn die hun vechtsportoplossingen los laten op de problematiek van reëel straatgeweld, met alle gevolgen van dien. Zelfverdediging zit namelijk in het straatje van bloedserieuze gevechten met mogelijk ernstige verwondingen of zelfs de dood tot gevolg. Zelfverdediging ligt dus veel meer in lijn met de authentieke martial arts dan met welke vechtsport dan ook. Ook gaan nagenoeg alle vechtsporten geheel voorbij aan het tactisch preventief leren herkennen, voorzien en voorkomen van conflicten en geweld door middel van o.a. verbaal de-escalerend optreden en non-verbaal tactisch handelen.
Doordat de mens al geruime tijd niet meer massaal in man-tot-man gevechten op leven en dood vecht, zoals in vroegere tijden vaak gebeurde, zijn veel hedendaagse martial arts verslapt waardoor deze door buitenstaanders vaak worden beschouwd als ‘onrealistisch’ en ‘achterhaald’. “De sterke whisky veranderde hier en daar in een soort van slappe ranja”, zoals ik mijn leerlingen weleens metaforisch uitleg. Maar daar kunnen de martial arts zelf onmogelijk verantwoordelijk voor worden gehouden. Het zijn vanzelfsprekend nog altijd de specifieke beoefenaars in kwestie die zich hier “schuldig” aan maken (lees; onwetendheid bij gebrek aan ervaring). Gelukkig zijn er nog voldoende authentieke martial arts scholen te vinden die je op akelig realistische wijze kunnen laten zien hoe effectief en dodelijk deze kunsten vandaag de dag nog steeds kunnen worden ingezet. Deze scholen kan je onmogelijk belachelijk maken en dus zie je die vanzelfsprekend niet verschijnen in de mocking media omdat de aandacht dan teveel verlegt wordt van de mocker naar de art.
Door de moderne, excentrieke belevingswereld op social media, waarbij men persé gezien, bewonderd of grappig gevonden wil worden (lees; onzeker gedrag), winnen de populistische sportvarianten steeds meer terrein op de effectievere verdedigingsvormen. Het gevolg? Talloze mensen kiezen hierdoor het verkeerde gereedschap voor de verkeerde klus.
Extra aanvulling: In Japan kent men twee vormen van zelfverdediging, namelijk ‘Gendai Teki Goshin Jutsu’, ofwel alle fysieke, repressieve gevechtstechnieken en -tactieken en ‘Gendai Teki Syosei jutsu’, ofwel de manier hoe een persoon zich preventief door middel van wijsheid, eerlijkheid, een goede voorbeeldige mentaliteit en keurige levenshouding (lees; zelfverzekerd gedrag) succesvol door het leven beweegt.
Veel vechtsporten claimen een vorm van zelfverdediging te zijn, maar dit is niet geheel correct. Een vechtsport bied je in sommige(!) gevallen een betere overlevingskans dan wanneer je helemaal niets weet, maar weinig varianten bereiden je serieus voor op meervoudige al dan niet bewapende aanvallers in de hectiek van een zeer gewelddadig, mogelijk fataal conflict. ‘Wat kennis van vechtsport hebben’ kent dan ook een keerzijde. Vechtsporters kunnen namelijk eerder geneigd raken om te snel en te zelfverzekerd in een voor hen onbekende slangenkuil te stappen met alle gevolgen van dien. Een Japanse samoerai-uitspraak luidde dan ook “nama byoho ookizu” ofwel vrij vertaald ‘een beetje leren is gevaarlijk’ (letterlijk vertaald: “De kennis van een onervaren krijger kan hem grote verwondingen opleveren”)
Zelfverdedigingsvormen zoals capoeira worden vaak niet serieus genomen vanwege het hoge acrobatiekgehalte, maar tegen het historische decor van slavernij werd er serieus mee verwond en zelfs gedood! De acrobatiek was voor de slaven slechts een bittere noodzaak vanwege de kettingen aan hun voeten die hun bewegingsvrijheid beperkte. Dat de meeste Nederlanders zich daar niet zo veel bij voor kunnen stellen is niet zo heel verwonderlijk, want welk referentiekader hebben zij nu naast die van ‘een leuke culturele Braziliaanse dansvorm?’ Doch, het aanschouwen van een stel blanke alternatievelingen die met kleurrijk bekraalde dreadlocks op een Amsterdams marktplein, onder begeleiding van ritmisch getrommel, gezellig wat acrobatische bewegingen tentoonstellen, doet geen enkele afbreuk aan de snoeiharde gewelddadige realiteit waaraan het capoeira tot op de dag van vandaag in de criminele favelas van São Paulo en Rio onderhevig is (ik schrijf hier uit persoonlijke getuigenis). Kortom, niets is wat het lijkt!
Indien je hier echt over wilt leren dan is het noodzakelijk om verder te kijken dan de talloze betweterige schreeuwlelijkerds op YouTube die zonder doelgerichte educatie en (historische) kennis van zaken een zelfverheerlijkend aandachtkanaal hebben opgestart. Het zijn dan ook vooral deze sensatieverspreidende schreeuwlelijkerds die wekelijks de meest onzinnige en misleidende informatie publiceren.
BEWEGINGSLEER
Ondanks dat ik deze term niet in de header vernoem is het belangrijk om ook even stil te staan bij deze term. Sommige vormen van bewegingsleer worden namelijk ten onrechte vernoemd als zijnde zelfverdediging (o.a. taichi en aikido) terwijl deze onmogelijk als zodanig kunnen worden ingezet. ‘Aikijutsu‘, de voorloper van aikido, is daarentegen een authentieke martial art die in nauw verband staat met ‘jujutsu’ (beiden afkomstig uit de Daito Ryu Aiki Jujutsu school, evenals het Koreaanse hapkido) en waarvan de effectiviteit bewezen werd op talloze slachtvelden. Taichi stamt als bewegingsleer af van de authentieke martial art ‘wushu’, beter bekend als kung-fu.
Die relatie ziet men dan ook overduidelijk terug in de toegepaste bewegingen. Kenmerkend aan bewegingsleervarianten is dat hun trainingsmethodieken totaal niet rijmen met het leren bestrijden van reëel geweld, maar daarin ligt ook helemaal niet de essentie van deze kunsten verscholen. Deze kunsten zijn namelijk gericht op gezondheid, ademhaling en ontspanning. De meeste instructeurs en beoefenaars weten zelf ook best dat een tegenstander nooit in slow motion zal aanvallen (taichi) of vrijwillig zonder serieus verzet in meerdere cirkels zal meebewegen (aikido). Datzelfde geldt voor de nieuwe, moderne bewegingsleervariant van systema dat van origine eveneens een serieuze martial art traditie bij de kozakkenstammen kent.
Leraren van een bewegingsleer zouden er goed aan doen om leerlingen niet te verleiden met verhalen over functionele weerbaarheid, maar hen enkel te attenderen op de talloze bewezen geestelijke en lichamelijke gezondheidsaspecten. Daar is verder helemaal niets mis mee. Integendeel!
SAMENGEVAT IN EEN NOTENDOP
1.
Martial Arts en Budo zijn termen voor authentieke oorlogskunsten met een aantoonbare historie waarbij doden(!) of voorkomen dat men gedood wordt de hoofdzaak vormde. Men tracht te overleven, kosten wat het kost. Primair met wapens (snel en effectief), secundair met ongewapende gevechtstechnieken. Echte beoefenaars van de martial arts en budo behoren herkenbaar te zijn aan hun ethiek, discipline en respectvolle omgang met anderen.
2.
Bij zelfverdediging maakt men gebruik van zeer realistische vechttechnieken en -tactieken om te voorkomen dat men gewond of gedood wordt. Men kan er in nood zelfs voor “kiezen” om de technieken aan te wenden om de belager(s) te doden (noodweer exces). Door deze insteek is zelfverdediging nauw verbonden met martial arts/budo. Echte zelfverdediging leert de beoefenaars primair om gevaarlijke situaties te herkennen, te vermijden en zolang het nog mogelijk is éérst de-escalerend op te treden.
3.
Vechtsporten dienen voor het bevorderen van de gezondheid evenals voetballen, tennissen en hockey dat doen. Daarnaast is er sprake van een competitieverband, scheidsrechters, beschermende materialen, opgestelde regels, EHBO en sportartsen, sponsors, een geldprijs voor de winnaar evenals medailles, bekers en trofeeën. Er is geen aannemelijk levensgevaar tijdens wedstrijden en men kan stoppen tijdens het gevecht wanneer men maar wil. De meeste vechtsporten kunnen wel effectief worden aangewend ter verdediging maar hebben op dit terrein veelal beperkingen.
4.
Bewegingsleer methodieken zijn er op gericht om de gezondheid en innerlijke harmonie (anti-stress) te bevorderen. Bewegingen zijn meditatief van aard en ademhaling speelt een belangrijke rol. Kenmerkend aan bewegingsleer is dat de trainingsmethodieken niet rijmen met de ontwikkelingsfases van serieus straatgeweld. Uitzonderingen daar gelaten aangezien sommige stijlen die als bewegingsleer worden gepromoot, ook serieuze varianten op zelfverdedigingsgebied kennen. Capoeira en systema zijn er daar enkele van. Daarnaast zijn er ook aikidomeesters (hogere dangraden) die het aikijutsu beheersen.
EEN LIJST IN BEELD:
- Boksen (vechtsport)
- Worstelen (vechtsport)
- Judo (vechtsport
- Braziliaans Jujutsu (vechtsport)
- MMA (vechtsport)
- Muay Thai (vechtsport)
- Kendo (vechtsport)
- Ninjutsu (martial art/budo, zelfverdediging)
- Aikijutsu (martial art/budo, zelfverdediging)
- Kobudo/Nihon Koryu (martial art/budo, zelfverdediging)
- Kenjutsu (martial art/budo, zelfverdediging)
- Jujutsu (martial art/budo, zelfverdediging + vechtsportvariant)
- Karate (martial art/budo, zelfverdediging + vechtsportvariant)
- Taekwondo (martial art, zelfverdediging + vechtsportvariant)
- Eskrima en pangamot (martial art, zelfverdediging + vechtsportvariant)
- Wushu/Kung Fu/Kenpo (martial art, zelfverdediging + vechtsportvariant)
- Hapkido (martial art, zelfverdediging)
- Muay Boran (martial art, zelfverdediging)
- Krav Maga (martial art, zelfverdediging)
- Systema (martial art, zelfverdediging + bewegingsleervariant)
- Taichi (bewegingsleer)
- Aikido (bewegingsleer)
- Capoeira (zelfverdediging + bewegingsleervariant)
Tot slot wil ik ‘de meest gestelde vraag ooit’ nog eens duidelijk beantwoorden. Namelijk:
WAT IS NU DE ALLERBESTE ZELFVERDEDIGINGSVORM OF VECHTSPORT?
Het antwoord is simpel: Niet één specifieke vorm of sport kan als ‘beste’ worden betiteld, dus ook niet BJJ, kickboksen of MMA!
Alles hangt af van de door jouw gemaakte keuze, je leergierigheid, vastberadenheid, mate van talent, doorzettingsvermogen, trainingsvisie, -methodieken en -doelstelling en de tijd en energie die je bereid bent om er in te steken. De effectiviteit/ineffectiviteit hangt altijd af van de beoefenaar en nooit van de vechtstijl!
ADVIES OP MAAT
Voor elk doel is er een middel, voor iedere klus een specifiek gereedschap. Besef goed dat het populair maken van bepaalde vechtsporten door de commerciele media slechts geschiedde om zo snel en zoveel mogelijk geld te verdienen en niet om jou, als individu, van je beste overlevingsadviezen te voorzien! Hang je bij je keuze dus vooral niet teveel op aan de grote sportkampioenen!
Wanneer Conor McGregor judo had beoefend dan was hij ook wereldkampioen geweest. Wanneer Anton Geesink kickboksen had beoefend dan was hij zeker een K1- of Glory wereldkampioen geweest. Wanneer Rico Verhoeven taekwondo had beoefend dan was hij zonder twijfel Olympisch kampioen geworden. Het kampioen zijn zit in de vechter zelf, nooit in de stijl! De stijl is slechts een middel! Iedereen kan een balletje trappen maar niet iedereen is een Johan Cruijff. En boven alles, slechts weinigen zijn bereid er zoveel voor op te offeren als de hierboven genoemde grootheden. Nog steeds niet overtuigd dat ‘de verkozen stijl slechts een middel’ is? Beeld je dan de volgende twee hypothesen in:
1.
Max Verstappen moet vanaf de sportschool in een oude Mazda naar het centraal station racen. Je vriendin legt dezelfde afstand af in een Ferrari. Alles is geoorloofd. Op wiens snelste tijd zet jij je geld in?
2.
Eric Clapton krijgt een plastic speelgoedgitaartje van de Intertoys en jij de allerduurste gitaar. Beiden ga je in het centrum geld proberen te verdienen. Wie heeft er aan het einde van de dag de best gevulde hoed denk je?
Kortom, je talent (of gebrek eraan) is niet ‘middel afhankelijk’, maar de best passende middelen bieden je altijd meer opties. Leer daarom je talent(!) met de juiste middelkeuze(!) te combineren en maak er het beste van. In een octagon of ring legt de commando of marinier het in een gevecht doorgaans af tegen de ring- of kooivechter (zijn spel, zijn terrein), maar besef goed dat in een oorlogssituatie die rollen behoorlijk rap zijn omgedraaid.
TOT SLOT
Het is hier geenszins mijn bedoeling om de martial arts als superieur weg te zetten ten opzichte van vechtsporten (ik vocht zelf in 64 full contact partijen) maar juist om de relativiteit van beiden werelden in beeld te brengen. Ook ben ik absoluut geen tegenstander van MMA, al zouden een aantal krachtige aanpassingen in de regelgeving het imago een stuk verbeteren. Mijn scherpe toon is echter noodzakelijk om het door de commerciele media verkochte (en door het publiek aangenomen) beeld te ontkrachten waarin vechtsporten als BJJ, MMA en kickboksen als superieur worden weggezet en de martial arts als een soort van hobbyistenbedoeling. Mocht ik je nog steeds niet overtuigd hebben, dan geef ik je hier een allerlaatste hypothese: Plaats in je verbeelding Myamoto Musashi* en Conor McGregor in een octagon anno 2022 én in een Japanse steeg anno 1627.
Wanneer het belang van relativiteit en context je nu nog niet duidelijk is dan verspil ik wellicht teveel van mijn tijd en energie 😉
Met vriendelijke groet,
(Kyoshi, professor in de martial arts, 7e dan).
*Myamoto Musashi (1584-1645) wordt gezien als Japans meest beruchte zwaardvechter. Hij vocht voor zijn 17e levensjaar in 4 oorlogen en doodde 64 mensen in persoonlijke duels, waarvan de eerste op zijn 13e. Historische onderzoekers wijzen erop dat de man vermoedelijk een psychopaat betrof.