Er waren twee geheimen in het oude jujitsu. De ene was kappo, de reanimatiemethode, en de andere was sappo, ofwel de methode om vitale plekken van het lichaam aan te vallen om coma, verstikking of de dood te veroorzaken. Deze geheimen werden gewoonlijk samen onderwezen en mondeling door mondeling van meester op leerling overgedragen. In het Okinawaanse karate staat deze kunst bekend onder de naam kyusho-jitsu.
Kappo ontwikkelde zich samen met het jujitsu rond 1600 en werd sindsdien verfijnd en aangevuld door vele meesters van verschillende scholen. Elke school had zijn eigen geheime technieken die werden gebruikt om tegenstanders aan te vallen en ook om gewonde kameraden te redden met een spoedbehandeling, zoals katsuho (noodopwekkingsbehandelingen).

Katsu-opwekkingstechnieken werden geheim gehouden, zodat de vijand een gewonde kameraad niet potentieel zou kunnen doen herleven, waarna hij weer aan de strijd deel zou kunnen gaan nemen. Op het slagveld was kappo vaak de enige kans om te herstellen van ernstig letsel. In de strijd konden gebroken ribben immers een long doorboren, wat regelmatig tot een zekere dood leidde. Veel van deze opwekkingstechnieken ontstonden vaak uit wanhopige pogingen om een krijger in leven te houden, zodat hij kon blijven vechten.
De methoden van sappo (dodende slagen) werden altijd traditiegewijs onderwezen in combinatie met methoden van kappo, ofwel reanimatie. Deze evenwichtige, duale benadering past bij het oosterse idee van yin en yang (aanvullende tegenstellingen) en het belang van evenwicht in het leven. Sappo is de kunst van het raken van vitale punten met de bedoeling een invaliderende of dodelijke slag toe te brengen.

Deze vitale punten zijn anatomische zwakke plekken in de lichaamsstructuur en zijn doorgaans redelijk goed beschermd. Soms zijn deze gebieden echter vatbaarder voor aanvallen. Bij voldoende kracht en de juiste hoek en richting wordt ernstig of dodelijk letsel veroorzaakt. Vitale punten die worden gebruikt bij gevechten houden verband met acupressuurpunten die worden gebruikt voor genezing.
Kappo, ook wel bekend als katsu of sakkatsuho, is de medische kunst voor het herstel van leven, de reanimerende eerstehulptechnieken ofwel reanimatie. Later werd echter ontdekt dat deze kunst ook effectief was in sommige gevallen van verdrinking, zonnesteek en bij het helpen van slachtoffers van ongevallen. In principe was katsu dus vergelijkbaar met moderne cardiopulmonale reanimatie, ofwel CPR.

Terwijl kappo, ook bekend als fukkatsu, een oude reanimatiekunst is, zijn seifukujitsu methoden voor aanpassing en herstel (genezing). Shiatsu (vingerdruktechnieken), anma (oude massage), do in (zachte benadering van de weg) en sekotsu (bone setting) waren andere restauratietechnieken. De Shiatsu ryoho (vingerdrukmanier) van genezing werd later bekend als shiatsu ho (vingerdrukmethode) van genezing. Anma is meer dan 300 jaar oud en gaat terug tot de Edo-periode (1603-1868) en werd later seifukujitsu (herstellende massage) onder professor Seishiro Okazaki. Kappo (reanimatietechniek) wordt in de moderne tijd jinko kyoku ho (kunstmatige beademing) genoemd. Alle kappo worden beschouwd als jimmei kyujo (levensreddende) technieken.